Met dergelijke intieme tafereeltjes werd David Bles (1821-1899) een van de best verkopende schilders van zijn tijd. Voordat het zover was, moest hij zijn vader overtuigen dat hij zichzelf echt niet als toekomstig wetenschapper of jurist zag. Hij kreeg daarbij hulp van de bekende Cornelis Kruseman, aan wie de zestienjarige David op een avond zijn tekenmap durfde te laten zien. De schilder was onder de indruk en wilde hem als leerling in zijn atelier aannemen, maar vroeg tussen neus en lippen of zijn vader hiervan op de hoogte was? Toen die enkele dagen later in een goede bui was, troonde de aanstaande schildersleerling zijn vader mee Kruseman en dat hielp: David kreeg zijn vaders zegen om schilder te mogen worden.
De Leeuwarder P.J. Suringar verzamelde vooral moderne kunst van levende Nederlandse schilders. In 1892 kwam zijn hele verzameling in het museum terecht, waar direct dankbaar gebruik van werd gemaakt bij de inrichting van de nieuwe schilderijenzaal. Behalve dit lieflijke paneeltje van David Bles had Suringar nog meer werk van andere populaire ‘Haagse’ schilders in huis, waaronder Louis Apol, Hendrik Willem Mesdag en Jozef Israëls en niet te vergeten van Davids trouwe vriend Christoffel Bisschop.
- Marlies Stoter