Met Dag en Nacht laat Escher zijn unieke artistieke visie op het Nederlandse polderlandschap zien. Het is een van zijn eerste op vlakvulling gebaseerde houtsneden; een compositie waarbij figuren zich herhalen en transformeren tot nieuwe vormen. Akkers worden vogels, dag wordt nacht.
In Dag en Nacht zien we een landschap dat langzaam de gedaante aanneemt van zwarte en witte vogels. Links is de voorstelling bij daglicht te zien, rechts is dezelfde scene in het donker afgebeeld. Hierover zei Escher: ‘Het is logisch geboren uit de associaties licht = dag en donker = nacht.’ De suggestie van een overgang tussen dag en nacht wordt versterkt door subtiele gradaties in grijstonen, een effect dat Escher creëerde door twee blokken te gebruiken tijdens het afdrukken.
De vlakverdeling fascineerde Escher omdat het onmogelijk is deze in haar geheel waar te nemen. Zijn omgeving vond de prent aanvankelijk maar ‘eigenaardig’. Toch werd het een van Eschers bestverkopende prenten: in totaal drukte hij er ruim 650 van af.