‘I don’t have any story.’ zegt Matthew Angelo Harrison in een interview. ‘Like I just have books, like books from history class, that that did not tell me history right. That’s where I grew up with: wrong history.’(1)
Als zwarte kunstenaar werkt hij vanuit een vacuüm , in de kunstgeschiedenis -boeken worden kunstenaars van kleur veelal genegeerd, alsof ze niet bestaan hebben. (2) En ook de geschiedenis van de kunst in Afrika werd zelden serieus genomen en hooguit als inspiratiebron voor de westerse kunst beschreven en uitgelegd zoals bijvoorbeeld in het boek Primitivism in 20th Century Art. (3)
‘I think of myself as a-post identity artist’, zegt Harrison later in hetzelfde interview ‘It is not a personal assessment of my own identity, I am just interested in groups. Imaginary groups we belong to and the power of belonging to a group.’ (4) Het is niet zo dat zijn afkomst en kleur geen rol spelen in zijn werk maar hij wil het begrip identiteit graag open benaderen, als iets dat kneedbaar is, of vloeibaar als vloeistof en de kieren naar alle kanten open zetten. Hij wil vooral zijn eigen positie als kunstenaar open houden.