Dit is een kleedje van typisch 'Friesch kantbreiwerk’. Althans, volgens Elis. M. Rogge. In 1923 schrijft zij over het kleedje in het boek De toegepaste kunsten in Nederland. Want 'het nationale kantbreiwerk wordt het mooiste beoefend in Friesland'. Het kleedje is gebreid door Minke Rodenburg-van der Schaafuit Grou. Naast kleedjes maakten Friese vrouwen in die tijd van kantbreiwerk 'hedendaagse' gebruikskunst, zoals kindermutsjes, kleedjes, en kragen volgens de 'oude zuiver-Hollandse patronen van Friesche volkskunst.'
Uit haar nalatenschap in het Fries Museum blijkt dat Minke Rodenburg patronen uit de Gracieuse gebruikte. Dat modetijdschrift was een vertaling van het Duitse tijdschrift 'Der Bazar'.