terp bij hogebeintum
Een elftal mannen met lange smalle spaden: dit zijn terpafgravers, een heel gewoon beroep in de 19de eeuw. De vruchtbare terpaarde werd gebruikt om schrale zandgronden tot bruikbaar akkerland of weiland te maken.
De terpaarde werd voor veel geld verkocht, maar bij de afgravingen werden ook duizenden bodemschatten gevonden. Een deel ervan is nu in het Fries Museum te bewonderen.
Vooral aan het einde van de 19de eeuw werden bijna 700 terpen afgegraven. Ook de hoogste terp van Hegebeintum, waar deze gravers zijn gefotografeerd, moest eraan geloven.