wat is ontzamelen?
Ontzamelen is het tegenovergestelde van verzamelen: het is het verwijderen van voorwerpen uit de collectie van het museum. Het gaat nooit over belangrijke voorwerpen, maar over voorwerpen waarover we helemaal niks weten, die in hele slechte staat zijn of waarvan we er al meer dan voldoende in de collectie hebben. De afweging om te ontzamelen maken we op basis van ons collectieprofiel, de omschrijving van wat voor museum we zijn en welke collectie daarbij hoort. De afweging of waardering is dus een oordeel over de kwaliteit binnen en buiten onze collectie; het is geen bepaling van de financiële waarde. Kortom, het is het kaf van het koren scheiden.
Voorwerpen stoten we nooit zomaar af. Wanneer een voorwerp in aanmerking komt voor ontzameling inventariseren we eerst of er andere musea zijn waar een voorwerp beter tot zijn recht komt en of er bereidheid bestaat om een voorwerp over te nemen. Als dat niet lukt, vragen we of een eventuele schenker het betreffende voorwerp retour wil ontvangen. Als ook dat niet kan, kijken we naar andere personen of instellingen die het beheer en eigendom van het voorwerp willen overnemen. Onze voorkeur gaat altijd naar een nieuwe culturele bestemming. Een voorwerp waarover we niets weten is misschien een geschikt rekwisiet voor een theatergezelschap. Een voorwerp in slechte staat is misschien ideaal oefenmateriaal voor een restauratieopleiding.
waarom ontzamelen?
De Provincie Fryslân heeft ons opgedragen om 20% van het volume van onze collectie te ontzamelen. Daar is een goede reden voor: het Kolleksjesintrum Fryslân, dat voor de provinciale musea van Fryslân is gebouwd, moet ook in de toekomst de collecties kunnen blijven huisvesten. Onze collectie bestaat uit meer dan 200.000 voorwerpen die onder optimale omstandigheden bewaard moeten blijven. Daarnaast moet er ook ruimte in het Kolleksjesintrum blijven voor nieuwe giften en verwervingen.
Door te ontzamelen ontwikkelen we een sterke, relevante en beheersbare collectie die zowel in het museum als daarbuiten beter inzetbaar is. We wegen voortdurend en met grote zorgvuldigheid af welke voorwerpen passen binnen ons collectieprofiel en bij het verhaal dat we willen vertellen.
eerst waarderen, dan ontzamelen
De eerste stappen in het proces zijn voorbereidingen die moeten worden getroffen voordat de afweging kan plaatsvinden. In deze fase controleren we de informatie van voorwerpen in de database en het museumarchief. Indien nodig worden voorwerpen gefotografeerd.
De afweging of waardering van de voorwerpen zorgt vervolgens niet alleen voor een goed beeld van wat we hebben en kunnen afstoten, maar leidt ook tot een scherper collectieprofiel. Voor het uitvoeren van de waardering volgt het Fries Museum de nationale methode ‘Op de Museale Weegschaal’, die door de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed is ontwikkeld. Hierbij wordt ieder voorwerp op tien verschillende criteria gewaardeerd. (Financiële waarde is met opzet geen criterium). Het waarderen van de collectie zorgt er niet alleen voor dat we mogelijke ontzamelingen goed onderbouwen: het leert ons ook weer veel over de collectie. Voor verschillende tentoonstellingen en uitgaande bruiklenen hebben we zo al weer heel waardevolle objecten kunnen selecteren.
Op basis van de waardering wordt een lijst opgesteld met voorwerpen die in aanmerking komen voor ontzameling. Als we twijfelen, vragen we aan externe experts om een second opinion. Ook hebben we intensief contact met de gevers van belangrijke en grote bruiklenen: het Koninklijk Fries Genootschap, dat de grondlegger is van de collectie en van het Fries Museum zelf, en de Ottema-Kingma Stichting, waar het Fries Museum al ruim een halve eeuw zeer veel belangrijke bruiklenen van mag beheren en tentoonstellen.
herplaatsing
Na een ontzamelbesluit kijken we samen met de conservator naar een geschikte plek voor de herplaatsing van een voorwerp. Hierbij dient de LAMO, de Leidraad voor het Afstoten van Museale Objecten, als hulpmiddel. Een eerste stap is het vaststellen van de eigenaar. Gaat het om een bruikleen? Dan wordt de bruikleengever gevraagd om het voorwerp retour te nemen of om het museum toestemming te geven om de ontzameling voort te zetten. Daarna worden de Friese musea en de musea rondom de voormalige Zuiderzee op de hoogte gesteld van de voorgenomen afstoting. We plaatsen de te ontzamelen voorwerpen dan op de nationale Afstotingsdatabase. Musea hebben vervolgens twee maanden de tijd om hun interesse aan ons kenbaar te maken. Daarnaast schrijven wij ook nog andere musea aan waarvan wij vermoeden dat zij interesse kunnen hebben in de voorwerpen.
Als het niet lukt om een voorwerp museaal te herplaatsen, gaan we over op een herplaatsing buiten de musea, maar bij voorkeur wel bij een culturele organisatie. Slechts bij volledige afwezigheid van culturele interesse gaan we over tot verkoop of, als het voorwerp werkelijk in erbarmelijke staat is en niet meer gerepareerd kan worden, tot recyclage van de materialen. De eventuele opbrengst van verkopen wordt volledig geïnvesteerd in de zorg voor onze collectie.
Meer weten? Bekijk ook de FAQ.