“Ik kan het niet laten om met onze onomstotelijke zekerheden te sollen.” Deze uitspraak van de beroemde graficus M.C. Escher is het uitgangspunt van Phantom Limb: Art beyond Escher. In deze tentoonstelling presenteren tien hedendaagse kunstenaars uit binnen- en buitenland een alternatieve werkelijkheid. Hun werken spelen met contrast, licht, orde, perspectief, oneindigheid en ruimtelijkheid. Ze tonen een wereld die schijnbaar onmogelijk is en geven een vervreemdende fysieke beleving. De tentoonstelling is van 26 januari 2018 tot en met 6 januari 2019 te zien in het Fries Museum in Leeuwarden en is onderdeel van Leeuwarden-Fryslân Culturele Hoofdstad van Europa 2018.
Phantom Limb: Art beyond Escher laat 25 werken zien waarmee gerenommeerde kunstenaars en aanstormend talent vraagtekens zetten bij onze realiteit. Van het verwarrende werk van Thomas Huber (Zwitserland, 1955) en de moderne Tromp l’oeil schilderijen van Lieven Hendriks (Nederland, 1970) tot de immersieve installatie van Matthijs Munnik (Nederland, 1989). De jonge kunstenaar speelt in zijn installatie Luminalmet diepte en kleur. Door het ontbreken van perspectief blijft een oneindige, kleurrijke leegte over.
de mogelijkheid van een eiland
Bij phantom limb, of fantoompijn, registreren de hersenen een gevoel of pijnsensatie die er niet is. Dat is ook de basis van het werk van Oscar Santillan (Ecuador, 1980). Hij geeft vorm aan een eiland dat niet bestaat. Bermeja, in de Golf van Mexico, stond jarenlang aangegeven op kaarten, maar bleek plotseling verdwenen toen Mexico en de Verenigde Staten hun territoriale wateren wilden vastleggen. Santillan reisde naar de exacte coördinaten van het verdwenen eiland en verzamelde daar honderden liters zeewater waaruit hij zout destilleerde dat samengeklonterd het verdwenen eiland gestalte geeft. Het eiland bestaat nu bij de gratie van Santillans werk.
feit of fictie
Patrick Corillon (België, 1959) laat de bezoeker in de voetsporen van zijn fictieve muze Oskar Serti lopen. De kijker neemt langzaam de rol van Serti over. Zo wordt ongemerkt de grens tussen realiteit en fictie overschreden en is de toeschouwer plotseling zelf de hoofdrolspeler van het verhaal. Saskia Olde Wolbers (Nederland, 1971) gebruikt het medium film om haar onwerkelijke werelden vorm te geven. Ruimtes die doen denken aan ouderwetse instellingen voor geesteszieken zijn het decor van eigenaardige gebeurtenissen en lijken in onaardse vloeistoffen gedompeld.
decors
Ook in de fotografie zijn kunstenaars in staat om de realiteit een onverwachte wending te geven. Marc Philip van Kempen (Nederland, 1979) legt zijn eigen chaotische decors vast. Op het eerste oog lijken de beelden bewerkt. Toch zijn het niet de foto’s, maar de objecten die gemanipuleerd zijn. In het zaalvullende werk van Dominique Teufen (Zwitserland, 1975) is een uit de hand gelopen feestje het decor. Ze heeft de hele ruimte van alle kleur ontdaan waardoor er een angstaanjagende, zwart-witte wereld overblijft.
ruimtelijkheid
Funda Gül Özcan (Duitsland, 1984) oogst momenteel lof met haar kijkkasten waarin ze traditionele trucages met hedendaagse projecties en illusies combineert. In Phantom Limb: Art beyond Escher zijn haar meest recente diorama’s te zien waarin ze een visuele kakafonie rondom een fictieve kermis presenteert, compleet met muziek. De tentoonstelling beperkt zich niet tot de museumzalen. Speciaal voor deze expositie creëert Michiel Kluiters (Nederland, 1971) door het hele museum zalen, doorkijkjes en trappenhuizen die er niet zijn.
De tentoonstelling wordt mogelijk gemaakt door Provincie Fryslan, Gemeente Leeuwarden, Van Panhuys Stichting en het Mondriaan Fonds.
Het Fries Museum wordt mede gefinancierd door de Ir. Abe Bonnema Stichting, de Provincie Fryslân, het Samenwerkingsverband Noord-Nederland, EZ/Kompas, de BankGiro Loterij en Aegon.