Vanaf 2 februari 2019 presenteert het Fries Museum in Leeuwarden de grote overzichtstentoonstelling Éric Van Hove: Fenduq. Met een team van internationale ambachtslieden reproduceert Van Hove (Algerije, 1975) industriële motorblokken en voertuigen. Honderden onderdelen worden met de hand nagemaakt van materialen als hout, keramiek en koper. Met zijn ambachtelijke sculpturen snijdt de kunstenaar globale thema’s aan als de verdeling van welvaart en de verschillen tussen het westen en de rest van de wereld.
Het motorblok staat voor Van Hove symbool voor de industrialisatie, die in veel landen het einde betekende van het klassieke ambacht. Met zijn indrukwekkende replica’s streeft de kunstenaar naar een herwaardering van vakmanschap. Tegelijk adresseert hij op intelligente wijze de sociaal-economische dynamiek van de postkoloniale samenleving.
fenduq
Fenduq is de naam van het atelier van Van Hove. De naam is een samenvoeging van ‘fenn’ (het Arabische woord voor kunst) en ‘funduq’. Funduqs waren tijdelijke handelsposten waar rondtrekkende karavanen neerstreken om handel te drijven en hun netwerk te onderhouden. In Fenduq komen ambachtslieden, kunstenaars, economen en andere betrokkenen samen. Het is een plek voor productie, maar ook voor dialoog. Fenduq versterkt de bestaande talenten en kwaliteiten van de ambachtslieden en biedt ze een betere positie binnen de Marokkaanse maatschappij.
d9t
Blikvanger van de tentoonstelling is een replica van het motorblok uit een Caterpillar D9 bulldozer. De bulldozer werd ontwikkeld om de infrastructuur in ontwikkelingslanden te verbeteren maar werd uiteindelijk vooral bekend als militair voertuig. Daarmee is de bulldozer het symbool geworden van onderdrukking in plaats van opbouw. Van Hove demonteerde het motorblok en vroeg 41 ambachtslieden alle 295 onderdelen na te maken. D9T (Rachel’s Tribute) werd onlangs door het museum aangekocht met steun van het Mondriaan Fonds, de BankGiro Loterij en de Vrienden van het Fries Museum.
fryske motor
Speciaal voor het Fries Museum ontwikkelt de kunstenaar een nieuw werk. Gedurende de tentoonstelling werken Friese, Marokkaanse, Zweedse en Indonesische vakmensen aan de reproductie van de motor uit een Claas Jaguar veldhakselaar. Dit landbouwvoertuig is erg geliefd op het Friese platteland. De motor wordt gemaakt van Marokkaans houtwerk, Hindelooper schilderwerk, Indonesisch snijwerk, Fries zilverwerk, Zweeds glaswerk en Fries kerfsnede houtsnijwerk. In de tentoonstelling is de voortgang van dit project te volgen.
dorigin
In een van de zalen is een herbouwde Mercedes 240D te zien. Deze auto doet in Marokko veelal dienst als taxi. Met zijn Duitse oorsprong en imago van kwaliteit en onverwoestbaarheid is de auto daar een statussymbool. Van Hove herbouwde zijn Dorigin van honderden reserve-onderdelen, afkomstig uit heel Marokko. Hij reed de auto vervolgens terug naar Duitsland, het land van herkomst. Daar werd de wagen eerder als Marokkaans gezien dan als typisch Duits product. Hiermee stelt het kunstwerk vragen over identiteit en eigendom.
publicatie
Bij de tentoonstelling verschijnt een gelijknamige publicatie in het Nederlands en Engels. Hierin belichten experts de werken van Éric Van Hove die ook in de tentoonstelling te zien zijn. Het boek wordt uitgegeven door Jap Sam Books en is te verkrijgen in de museumwinkel.
ontwerp
Het tentoonstellingsontwerp is in handen van Studio L A. In de dynamische tentoonstelling wordt de bezoeker meegenomen naar de wereld van Éric van Hove. Sensationele objecten en hun context tonen de rijkdom van traditionele ambachten en zetten de bezoeker tegelijk aan het denken over grote globale vraagstukken.
éric van hove
Éric Van Hove werd in 1975 geboren in Guelma (Algerije). Hij groeide op in Kameroen als zoon van Belgische ingenieurs die zich inzetten voor ontwikkelingsprojecten. Toen hij 14 was keerde het gezin terug naar België. Na zijn studie aan de kunstacademie in Brussel ging hij naar Japan, waar hij zijn masters en PHD behaalde. Daarna woonde hij kort in België voordat hij zich meer permanent in Marrakesh vestigde. In 2014 brak hij internationaal door dankzij zijn deelname aan de Biënnale van Marrakesh.
Het Fries Museum wordt mede gefinancierd door de Ir. Abe Bonnema Stichting, de Provincie Fryslân, het Samenwerkingsverband Noord-Nederland, EZ/Kompas, de BankGiro Loterij en Aegon.
De tentoonstelling Éric Van Hove: Fenduq wordt mede mogelijk gemaakt door Aegon, de Provincie Fryslân, de BankGiro Loterij, het Mondriaan Fonds, het VSB fonds, Fonds21, HAMOFA, Stichting Het Nieuwe Stads Weeshuis, M.A.O.C. Gravin van Bylandt Stichting, Vrienden van het Fries Museum, GLASMA en Beldi Country Club.