Een spectaculaire vondst van een middeleeuwse goudschat is vanochtend gepresenteerd in het Rijksmuseum van Oudheden. De vondst van gouden oorhangers en munten van West-Friese bodem, die uit de tijd komt dat dit gebied ook tot Friesland behoorde, sluit naadloos aan bij de huidige tentoonstelling over de middeleeuwen in Noord-Nederland van het Fries Museum. De schatvondst van Hoogwoud is nu te zien in het Rijksmuseum van Oudheden.
In de tentoonstelling Vrijheid, Vetes, Vagevuur: de middeleeuwen in het Noorden in het Fries Museum worden onder andere nieuwe inzichten over de Friese dracht gepresenteerd. Zo blijkt dat er sprake is van een Friese kledingtraditie waarin het dragen van veel goud symbool staat voor het zijn van een vrije Fries. Hoe meer vermogen je had, hoe rijker je je kleedde.
De bijzondere zestiende-eeuwse tekeningen van het Manningahuisboek (nu te zien in het Fries Museum) laten dit prachtig zien. Men kan de sieraden van de schatvondst van het RMO er bijna letterlijk in herkennen.
Een boerenvrouw droeg een gouden borstsieraad terwijl edelvrouwen van top tot teen waren behangen met zoveel goud, dat sommige kledingstukken rechtop konden staan. De grote borstsieraden, de spannen, waren zo omvangrijk dat men er, wanneer het sieraad werd omgedraaid, een kroes bier in kon zetten.
onderzoek
Het onderzoek laat zien dat de op de afbeelding gedragen sieraden veel ouder kunnen zijn. Sommige komen zelfs uit het begin van de dertiende eeuw en zijn dus eeuwen later nog steeds in gebruik. Diverse schatvondsten uit Ostfriese gebied laten hetzelfde beeld zien: ze bevatten vondsten die soms wel twee eeuwen bestrijken. Dit betekent dat de juwelen bleven circuleren, bijvoorbeeld als erfstuk, kapitaal of geschenk.
Als we de historische bronnen raadplegen, komen we door de tijd heen diverse vermeldingen van niet-Friese auteurs tegen die het over de Friese rijkdom hebben. De oudste dateert zelfs van omstreeks 1000, de eeuw waaruit de gouden oorhangers dateren. Hoewel er nog meer onderzoek gaat plaatsvinden naar de betekenis van de schatvondst, lijken de West-Friese oorhangers een nieuw, belangrijk puzzelstuk te zijn in de geschiedenis van middeleeuws Friesland.
oorhangers
De oorhangers uit de West-Friese schat zijn te groot om in je oren te dragen. Dit verschijnsel kennen we ook uit het Manningahuisboek. We zien dat de vrouwen de oorhangers niet in oorgaatjes, maar aan de platenkroon (pael) hingen. Die zat met linten, stuckelbant genoemd, aan de achterkant bevestigd. Aan de linten hingen belletjes en edelmetalen versieringen.